Het kwartje valt harder in de landen om ons heen

Soms blijkt het lastig om Nederlanders enthousiast te krijgen. We staan bekend om ons pragmatisme en onze kalmte, terwijl de rest van de wereld zich laat meeslepen. We zijn niet snel onder de indruk en jagen geen hypes na. In plaats daarvan zeggen we: “Eerst zien, dan geloven.” Die mentaliteit heeft ons goed gediend en ons behoed voor illusies. Het helpt ons focussen op wat echt belangrijk is en zorgt ervoor dat Nederlandse bedrijven strategisch denken en de voorkeur geven aan gestage vooruitgang boven vluchtige trends.
Maar elke kracht heeft een keerzijde. Soms slaat voorzichtigheid om in aarzeling. En tegen de tijd dat we overtuigd zijn van de waarde van iets, is de rest van de wereld al verder. Dit is precies wat er gebeurt op het gebied van AI. Nieuw onderzoek laat zien dat Nederland minder investeert in zijn digitale bedrijven en daardoor jaarlijks €8,1 miljard aan economische groei misloopt. Die € 8,1 miljard kan uitkomen op de vorig jaar geraamde 85 miljard euro die Nederland over tien jaar aan zijn BBP kan toevoegen als we overal in de economie de productiviteitswinst van generatieve AI omarmen.
In de landen om ons heen valt het kwartje van AI harder. Zij investeren en experimenteren meer en zullen daar straks de vruchten van plukken. Zweden is daar een goed voorbeeld van. Behalve dat er in Zweden meer optimisme is over AI dan in Nederland, lukte het dat land om vorig jaar twee keer zoveel durfkapitaal voor start-ups te bemachtigen als Nederland. Het is de wereld op zijn kop als je bedenkt dat de Zweedse economie grofweg half zo groot is als de onze. Ook in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland boeken ze meer succes dan bij ons.
De volgende statistiek uit nieuw onderzoek in opdracht van Google was voor mij de grootste eye-opener: de Nederlandse economie vertegenwoordigt 6,3% van de Europese economie, maar toch ging slechts 2,3% van het Europese durfkapitaal voor AI naar Nederland. Verder zien we dat ongeveer 45% van de banen in innovatieve digitale bedrijven met een hoofdkantoor in Nederland zich bevinden in het buitenland.
We houden in Nederland nog steeds vast aan het idee dat we digitale voorlopers zijn. We waren immers de voedingsbodem voor start-ups als Booking.com, Adyen en Mollie, die uitgroeiden tot wereldspelers. Het probleem is dat dit boek dichtgaat. Het nieuwe boek gaat over wie een AI-voorloper is. Net als in de jaren 90 moeten we nu niet aarzelen. We moeten onze terughoudendheid aan de kant zetten, anders is onze positie als innovatief land straks verleden tijd.
Gelukkig is het nog niet te laat. Als we de AI-race zien als een marathon, dan is het goede nieuws dat we pas vijf kilometer onderweg zijn. De uitdaging is dat we nu de prestaties van een Sifan Hassan nodig hebben om aan het eind van de marathon vooraan te rennen, precies zoals we gewend zijn. Laten we zorgen dat er meer durfkapitaal naar digitaal innovatieve bedrijven gaat, voor een Nederland dat ook in de wereld van AI voorop blijft.